Met welke klachten ga je naar een psycholoog?

Met welke klachten ga je naar een psycholoog?

Het is best moeilijk om vervelende gedachten en negatieve gevoelens te omschrijven. Meestal staat u niet stil bij uw eigen gedachten of kunt u het gevoel niet plaatsen. Klachten die u vroeg of laat wel zult herkennen zijn pijn, verdriet, somberheid, vermoeidheid of stress. Het is niet noodzakelijk dat u last heeft van een van de bovenstaande gevoelens. Vaak zijn het ook algemenere vragen die voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld het verlies van een dierbare, dreigend ontslag, opdringende levensvragen, conflicten binnen de relatie of vastlopen tijdens een nieuwe levensfase. Het is niet erg als u zelf niet weet wat er precies aan de hand is. Het blijft immers de taak van de psycholoog om samen met u het probleem helder te krijgen en een oplossing voor te vinden.

Wanneer moet ik een afspraak maken met een psycholoog?
Hoe eerder u een afspraak met ons maakt, hoe beter. Meestal zijn klachten eenvoudiger vlotter te behandelen als u snel hulp zoekt. Veel mensen denken dat ze het zelf wel kunnen oplossen of dat de problemen vanzelf weer overgaan. Helaas worden de meeste problemen en/of klachten in de loop van de tijd erger of complexer waardoor ook het herstel langer zal duren.

Ik heb een afspraak gemaakt, en nu?
Tijdens het eerste gesprek, de intake, wordt er gekeken hoe en op welke manier u de beste zorg kan krijgen. Uitleg over de therapie, duur en de te verwachten resultaten komen aan bod. Als u na het eerste gesprek een goed gevoel heeft over de behandeling en de behandelaar kunt u besluiten om het behandeltraject te starten. De duur van de behandeling is afhankelijk van uw klachten en situatie. Voordat het behandeltraject zal starten wordt er altijd in overleg met u besproken hoeveel tijd de behandeling in beslag zal nemen. Zo heeft u een indicatie van de duur en frequentie van de behandeling.

Wat kan ik verwachten van een behandeling?
Bij de meeste mensen zijn de klachten na een behandeling verdwenen. Soms zijn de klachten niet helemaal weg, maar kunt u er zodanig mee omgaan dat u er zo min mogelijk hinder van ondervindt. Mensen voelen zich na een behandeling een stuk beter. Het zelfvertrouwen neemt toe, waardoor ook de kijk op het probleem en het leven in het algemeen meer positief verandert. U moet zich wel realiseren dat uzelf voor deze resultaten moet zorgen; motivatie en inzet om aan uzelf te werken zijn van belang. Hierbij wordt binnen Praktijk Sie ook vaak gewerkt met huiswerkopdrachten, waardoor u leert actief uw probleem te benaderen.

Voor aanmelding kunt u het aanmeldformulier gebruiken.

welke-klachten

Controle

Een veelvoorkomende variant is volgens Verkuil de ‘wat als’-gedachte. Rampgedachten zoals: als ik deze klus niet afkrijg, verlies ik mijn baan of als ze me verlaat, ben ik voor altijd ongelukkig.

‘Bij zulke gedachtes gaat het om tamelijk abstracte problemen waarover we geen controle hebben’, zegt Verkuil. Als je mensen vraagt om dergelijke problemen ‘af’ te denken met de vraag ‘en dan?’, komt er geen antwoord, maar een volgende nog heftigere rampgedachte. Uiteindelijk zijn het diepgewortelde menselijke angsten. Om verlaten of verstoten te worden, om te sterven, om door de mand te vallen.’

Wetenschappers noemen piekeren daarom ook wel ‘psychologisch herkauwen’. Het is niet het uitdenken van een probleem, maar het rond blijven denken in een cirkel. Malen als een vorm van schijncontrole.

Mocht u het willen checken, er bestaat helaas niet zoiets als een gezonde piekerlimiet, qua tijdsduur. De ene mens is nu eenmaal neurotischer aangelegd dan de ander. De grens tussen gezond en ongezond ligt in de psychologie en psychiatrie bij het wel of niet kunnen functioneren.

Als de gedachten zo afleidend en aanhoudend zijn dat ze je afhouden van je dagelijkse bezigheden of nachtrust, kun je spreken van chronisch piekeren. ‘Er zijn mensen die meerdere uren per dag kwijt zijn aan piekeren, dan heb je het over een piekerstoornis of een gegeneraliseerde angststoornis’, zegt Verkuil.

Hoe abstracter het probleem, hoe riskanter. Nadenken over een functioneringsgesprek van morgen is concreet en kan nuttig en praktisch zijn. Abstracte problemen zijn niet op te lossen. Verkuil: ‘Daarover blijven malen zet dus ook niet aan tot actie, maar eerder tot terugtrekken of vermijden.’

Gevaar
Bij piekeren zie je een lichaamsreactie die identiek is aan die in een gevaarlijke situatie. De hartslag gaat omhoog, stresshormonen komen vrij, er gaat extra energie naar de spieren voor een eventuele vecht- of vluchtreactie. Als je dat hele delen van de dag hebt, kan dat niet alleen geestelijk negatieve gevolgen hebben, maar ook lichamelijke, zoals een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, zegt Verkuil.

Omdat geest en lichaam als altijd hand in hand gaan is een fit en gezond lichaam een goede start om de piekerdruk te verlagen. ‘Ga naar buiten, beweeg, sport, ontspan’, zegt Verkuil.

Ook de gedachtes kun je aanpakken. Volgens Verkuil begint een heilzaam piekerdieet met het ontdekken wanneer je het doet en waarover je zoal maalt. Geef jezelf vervolgens een half uur per dag de tijd om de problemen die opspelen echte aandacht te geven. Schrijf ze eventueel op.

In dat half uur denk je gestructureerd na over de problemen en beslis je ‘ik doe er iets mee óf ik kan het niet beïnvloeden en accepteer het probleem’. Wegduwen heeft geen zin, zegt Verkuil. ‘Het klinkt een beetje wrang, maar het is goed om een prettige relatie met je piekergedachten te hebben.’